Het buitenpleisterwerk van een gebouw vormt als het ware een beschermende jas tegen -soms extreme- weersinvloeden: van felle zon en warmte tot ijskoude nachten en felle hagel- of regenbuien. Vaak heeft het pleisterwerk maar een dikte van zo’n twee centimeter, wat het kwetsbaar maakt. Goed onderhoud is dan ook een logische vereiste.
Het belangrijkste is om scheurvorming vroegtijdig te signaleren. Een klein scheurtje kan er al voor zorgen dat water naar binnen wordt gezogen en na bevriezing soms grote schade aanricht. Ook activeert vocht de in de muren aanwezige zouten die op hun beurt groei van algen en mossen in de hand werken.
Stel eerst de oorzaak van scheuren vast. De muren of de ondergrond kunnen te vochtig zijn. Maar ook kan de onderliggende muur gebreken vertonen, of zelfs afschuiven of verzakken. Ook is het van belang de hardheid van de pleisterlaag af te stemmen op die van de onderliggende baksteen.