Duivenvoorde

De vier meest voorkomende monumentenglassoorten

Dirk Boersma van schilders- en glaszettersbedrijf Vakwerkhuis krijgt regelmatig de vraag om monumentale panden te voorzien van ‘monumentenglas’. De stookkosten kunnen hiermee immers aanzienlijk worden gereduceerd. Ook behoudt het pand zijn fraaie aanzicht. Maar wat is ‘monumentenglas’ nu precies? En wat zijn de eigenschappen ervan?

Dirk valt maar meteen met de deur in huis: ‘Monumentenglas is een marketingterm. Hiermee refereert men aan modern isolatieglas met de looks van vroeger.’

Oneffenheden

Het meest voorkomende oude glas in onze monumenten is ‘getrokken’. Dit gebeurde machinaal: het glas werd verticaal omhoog getrokken, vanuit vloeibaar naar vast. Door het trekken vertoonde het glas zogenaamde trekstrepen en oneffenheden in de vorm van bobbeltjes en belletjes. Nog ouder glas is mondgeblazen cilinderglas. Modern glas wordt verkregen door glas horizontaal te laten vloeien. Dit zogenaamde floatglas heeft een smetteloos oppervlak. Door modern floatglas te bewerken, ontstaan de oneffenheden en vertekeningen die zo kenmerkend zijn voor het glas van vroeger.

Nostalgie

Meerdere glasfabrikanten bieden modern monumentenglas aan. Het glas draagt nostalgische namen als ambachtelijk, klassiek, monu of histo. Bekende leveranciers zijn Van Ruysdael, Stolker en DaVinci. Maar ook glasfabrieken als Scheuten en glashandelsbedrijven als A&A leveren monumentenglas in verschillende verschijningvormen. ‘De isolatiewaarde van bewerkt floatglas is nagenoeg gelijk aan die van het monumentale oude glas’, vertelt Dirk. ‘Voor een hogere isolatiewaarde wordt dit halffabricaat verder bewerkt. Hiervoor bestaan in principe vier mogelijkheden: enkel glas zonder coating, enkel glas mét coating, gelamineerd glas en dubbelglas met spouw. De isolatiewaarde neemt toe met de dikte van het glas. De meeste glastypen zijn bij de verschillende leveranciers verkrijgbaar. Iedere leverancier heeft zijn eigen specialisatie.’

De isolatiewaarde van bewerkt floatglas is nagenoeg gelijk aan die van het monumentale oude glas

Aandachtspunten bij plaatsing

Plaatsen van dikker glas dan het oorspronkelijke glas (meestal zo’n 3 millimeter) vereist aanpassingen aan het profiel. Zeker in oude ramen moet dit zoveel mogelijk worden voorkomen. De binnenzijden van die ramen zijn vaak mooi geprofileerd (sponningrug) en de buitenzijde is afgewerkt met stopverf. Bij toepassen van gelamineerd glas of dubbelglas is aanpassen nagenoeg altijd noodzakelijk.

‘Dubbelglas met spouw heeft als nadeel dat er rondom een centimeter brede zwarte kitrand zit’, aldus Dirk. ‘Omdat je die niet in het zicht wilt hebben, moet je de sponningbreedte vergroten. Vaak dient ook de sponningdiepte vergroot te worden. En dit kan niet in ieder raam. Soms is het raamprofiel zo dun dat je simpelweg te weinig hout overhoudt om een stevige constructie te behouden. Ieder raam vereist dan ook een zorgvuldige afweging tussen de maximaal haalbare isolerende waarde en de mate van aantasting van het houten raamprofiel.’

Dat aanpassing van het raamprofiel vakwerk is blijkt wel uit de wijze waarop Dirk hiermee omgaat: hij laat alleen een geselecteerde meubelmaker de profielen uitfrezen. Bij ieder raam wordt de vraag gesteld: ‘Hoeveel kan ik hier maximaal van afknabbelen zonder dat het ten koste gaat van de constructie?’

 

Monumentenglassoorten

Enkelglas zonder coating

Dit glastype is niets meer dan het halffabricaat: modern gefabriceerd floatglas dat machinaal is verouderd. Het voordeel is dat de ruit haar authentieke uiterlijk behoudt. De isolerende werking is ongeveer gelijk aan die van oud, monumentaal glas. De dikte is 2 tot 4 millimeter.

Enkel glas mét coating

Door een ionisatieproces ontstaat er een onzichtbaar metaallaagje, een harde coating, aan de binnenkant van het glas. Dit door Van Ruysdael ontwikkelde procedé heeft een iets betere isolatiewaarde dan het niet behandelde glas. Het grote voordeel is de geringe dikte waardoor het in de bestaande sponning past.

Gelamineerd glas

Dit type bestaat uit twee (of drie) op elkaar aangebrachte glasplaten. De buitenste glasplaat bestaat uit het ‘verouderde’ glas, de binnenste uit helder floatglas. Tussen de glasplaten is een plastic folie aangebracht die bij breukvorming voor veiligheid zorgt. Een aangebrachte coating, tussen de lagen, zorgt voor warmtereflectie. Het glas is 6 tot 7 millimeter dik en heeft een isolerende waarde die tussen normaal enkelglas en HR++-glas inzit.

Isolerend dubbelglas met spouw

Hierbij is de kleine ruimte tussen twee samengestelde glasplaten gevuld met lucht of een gas. Belangrijk is dat de kitrand die de spouw afsluit intact blijft. Daarom worden strenge eisen gesteld aan de manier van plaatsen en de aard van de afdichtingsmaterialen. Stopverf bijvoorbeeld, tast de kitlaag aan, waardoor het raam kan gaan ‘lekken’. De dikte van dit glastype varieert van 8 tot 12 millimeter. De isolatiewaarde is bij dit monumentenglastype het grootst, maar haalt niet de waarden van het HR++-glas.

Tekst | Dirk Boersma
Fotografie | Vakwerkhuis

Geplaatst in maart/april-editie 2015

 

Deel dit bericht