Monumentale panden

Schuifraam: een oer-Hollands fenomeen

Volgens een voorzichtige schatting telt Nederland ongeveer drie miljoen schuiframen. Het is ongetwijfeld het meest toegepaste raamtype van de afgelopen eeuwen. En dat ondanks de bekende vastloop- en tochtproblemen. ‘Nergens voor nodig’, vindt Gerard Kok. Ook oude schuiframen kunnen met eenvoudige ingrepen prima werken én tochtvrij zijn.   

Oude schuiframen weer soepel laten lopen en tochtvrij maken, dat is al zesendertig jaar de missie van Gerard Kok. Eerst in dienst van een bedrijf, maar sinds 2007 als eigenaar van HappyLift. Iedere dag is hij bezig om het door hem ontwikkelde systeem te perfectioneren. Het principe is simpel: door het aanbrengen van balansveren gaat het raam met minimale inspanning gelijkmatig open en dicht. De borstels of VR-strips aan de zijkanten zorgen voor de afdichting en een soepele geleiding. Kunststof O-profielen en een speciaal wisseldorpelprofiel dichten de horizontale kieren.

Protestants

Dit raamtype kwam in Engeland tot ontwikkeling en waaide vermoedelijk door onderlinge betrekkingen tussen Engelse en Hollandse adel over naar Nederland. De oudst bekende schuiframen werden in Nederland voor het eerst in 1686 toegepast bij Paleis Het Loo in Apeldoorn. Hoewel in Engeland dit raamtype soms de naam ‘Dutch-window’ krijgt, gaat men er van uit dat het toch echt een Engelse vinding was.

In de loop van de achttiende eeuw nam het gebruik van schuiframen explosief toe, vooral in Zeeland, Holland en de noordelijke provincies. Het lijkt een echt ‘protestants raam’; in de zuidelijke, merendeels katholieke provincies komt het raamtype nauwelijks voor. Wereldwijd is het schuifraam buiten Holland, Engeland, Schotland en hun koloniën – en opvallend  genoeg aan de noordwestkust van het Iberisch schiereiland – nauwelijks toegepast.

Gewichten

Revolutionair voor die tijd was dat men het raam zonder al te veel moeite op en neer kon schuiven. Dit is mogelijk vanwege de gewichten, die keurig zijn weggewerkt in de kozijnstijlen. Via een touwconstructie en katrollen zorgen ze voor de balans. De kozijnstijl is afgedekt met een belegstuk dat weer is vastgezet met belegschroeven. Door het gebruik van schuiframen kon men de binnenruimte (beter) ventileren zonder dat dit binnenskamers ruimte in beslag nam. Het raam hoefde immers niet meer open te zwaaien.

Ons systeem is afgesteld op het exacte gewicht van het raam

Balans

Doordat veel schuiframen tegenwoordig van isolerend monumentenglas worden voorzien, neemt het gewicht enorm toe. ‘Een raam van twintig kilogram kan met het moderne glas wel vijftig kilogram gaan wegen’, legt Gerard uit. ‘Het originele contragewicht is hier niet op berekend waardoor het schuifmechanisme onbruikbaar wordt.’ Als alternatief kwam hij met een veersysteem die hij de naam ‘HoutjeTouwtje’ gaf. Dit systeem zit in een ronde buis, onzichtbaar weggewerkt in de kozijnstijl, achter het belegstuk. Iedere balansveer wordt afgesteld op het exacte gewicht van het raam. Om het gewicht soepel over te brengen is de oorspronkelijke katrol vervangen door een exemplaar met kogellagers.

Tochtvrij

Om de kieren af te dichten, en daarmee tocht tegen te gaan, zijn de VR-strips ontwikkeld. Uit de raamstijl wordt een kleine gleuf gefreesd waarin een speciaal kunststofprofiel past. Dit zorgt voor afdichting én geleiding. Op de vensterbank zelf komt een rubberprofiel, voor een goede aansluiting. Een kunststofprofiel op de wissellat sluit de kier aldaar af. Gerard adviseert om de wissellatafdichting iets korter te maken zodat toch een natuurlijke ventilatie blijft bestaan. ‘Oude panden moet je blijven ventileren! Dat is van levensbelang voor het gebouw!’


Tekst | Herenhuis
Fotografie | HappyLift

Geplaatst in maart/april-editie 2015

 

Deel dit bericht