De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) past zijn adviesbeleid aan voor zonnepanelen (pv-cellen) op monumenten. Doel is om monumenteneigenaren meer mogelijkheden te geven om gebruik te maken van pv-cellen bij de verduurzaming van hun monument.
Aanleiding hiervoor zijn het Erfgoed Telt beleid waarin de verduurzaming van monumenten een belangrijke plek inneemt en de ambities uit het Klimaatakkoord, waarin is afgesproken dat ook monumenten een substantiële bijdrage zullen leveren aan de energiebesparing en schone energieopwekking. De weg naar dat doel hebben de deelnemers vastgelegd in de Routekaart Verduurzaming Monumenten. De zorgvuldige toepassing van zonnepanelen past hierin.
Wat is nieuw?
Het wel of niet zichtbaar zijn van pv-panelen is niet langer een beslissend criterium, maar wel de mate waarin het beeld van het monument eventueel wordt verstoord. Daardoor kan vaker positief geadviseerd worden over pv-cellen die zichtbaar zijn vanaf publiek toegankelijk gebied.
Voortaan wordt bij rijksmonumenten positief geadviseerd over pv-panelen die uit het zicht liggen en geen aantasting vormen van waardevolle onderdelen van het monument en zorgvuldig op het dak worden aangebracht.
Voorwaarde voor een positief advies voor pv-cellen in het zicht is onder meer een zorgvuldig afgewogen ontwerp. Onevenredige visuele verstoringen zijn daarbij nog steeds niet acceptabel.
Voor rijksmonumenten in beschermde stads- en dorpsgezichten, rijksmonumenten die onderdeel zijn van een historische buitenplaats, en rijksmonumenten die deel uitmaken van een beschermd complex, gelden specifieke uitgangspunten. De mogelijkheden voor pv-panelen zijn daar beperkter.
In drie nieuwe brochures van de RCE over zonnepanelen en rijksmonumenten is meer informatie te vinden over het hoe en waar aan te aanbrengen ervan.
Meer informatie over elektriciteit opwekken in monumenten: klik hier