Als mensen met passie voor ecologie samenkomen kan er iets moois ontstaan. Zoals op landgoed Bingerden waar eigenaresse Constance van Weede met een range aan specialisten samenwerkt om niet alleen de gebouwen maar ook het water-, natuur- en landbouwbeheer toekomstproof te maken. Een van die specialisten is Toon van Westerhoven. Samen met zijn broer Machiel maakt hij zich sterk voor duurzaam vervaardigde verven.
Het Noord-Hollandse akkerlandschap begint te veranderen. Her en der brengen de velden in plaats van de eeuwige aardappel en suikerbiet geurig bloeiend vlas voort. Een zee van zacht deinende blauwe bloemetjes, zo ver het oog reikt. Een paradijs voor insecten als bijen en hommels, maar ook de droom van Toon en Machiel van Westerhoven. De broers zijn eigenaren van RIGO Verffabriek, de enige Nederlandse verffabriek die zich gespecialiseerd heeft in verven op basis van herwinbare grondstoffen. In een agrarisch tijdschrift riepen ze boeren op olievlas te gaan verbouwen voor de productie van lijnolie – afnemer gegarandeerd. Het aantal is nog bescheiden, maar het ziet ernaar uit dat steeds meer boeren bereid zijn op deze teelt over te stappen.
Vaardigheid
Honderdvijftig kilometer oostelijker, op het idyllische landgoed Bingerden, legt meesterschilder Leo Scholten de laatste hand aan een van de talloze kozijnen van het charmante landhuis. Met een vaardigheid die jarenlange ervaring verraadt, strijkt hij de verf net zo lang uit tot er een mooie, glanzende dekking ontstaat. Het is verf op basis van lijnzaadolie. In zijn werk ziet Leo een duidelijke toename in de vraag naar dit product. Het belang van het circulaire gedachtegoed begint tot steeds meer mensen door te dringen. En niet onbelangrijk: de kwaliteit van de huidige generatie lijnolieverven doet niet meer onder voor die van synthetische verven. ‘Voor een vakschilder telt de tijd dat een verf overschilderbaar is’, vertelt Leo. ‘Was die bij lijnolieverf vroeger nog veel langer dan bij synthetisch vervaardigde verven, tegenwoordig gaat het gelijk op.’
De droogtijd is bij duurzame en synthetische verven even lang
Restauratie huis
Het landhuis lijkt oud, maar is pas in 1958 gebouwd. ‘Het oorspronkelijke pand werd aan het einde van de oorlog door de bezetter in brand gestoken’, zegt Constance. ‘Mijn grootouders hebben het in de jaren vijftig terug laten bouwen. Helaas waren de bouwmaterialen in die tijd van inferieure kwaliteit. Alle kozijnen hebben we daarom moeten vervangen. Het fikse vochtprobleem bleek te komen doordat de enkelsteensmuren, de gebruikte mortel en het materiaal voor het stucwerk slecht op elkaar afgestemd waren. Mede daardoor was het energieverbruik torenhoog.’
Een team van specialisten (met onder anderen bouwkundig ingenieurs, installateurs, een hydroloog en een architect) maakte een plan van aanpak op basis van het circulaire gedachtengoed. De muurbekleding van leemstuc pakt zowel het vochtprobleem als de gebrekkige muurisolatie aan. Deze binnenlaag bestaat uit ruwe leem vermengd met vlasvezels en is afgewerkt met een lemen pleisterlaag. Ook werd zo’n twintig procent van de gebruikte mortel aan de buitenzijde vervangen door een mengsel dat beter afgestemd is op de vochthuishouding.
Tegen stroom in
Geheel in lijn met haar duurzame visie gingen Constances gedachten al snel uit naar verf op basis van lijnzaadolie: ‘Ik kende het product van vroeger en ben vervolgens op zoek gegaan.’ Al snel stuitte ze op RIGO Verffabriek in IJmuiden, een in 1938 opgericht familiebedrijf dat nooit met de ‘synthetische trend’ is meegegaan. Toon van Westerhoven: ‘De publicatie Grenzen aan de groei van de Club van Rome in 1972 bevestigde de ideeën die mijn vader al had; we moeten een halt toeroepen aan de uitputting van de aarde. Tegen de stroom in ging hij stug door met het ontwikkelen en produceren van verven en lakken uit herwinbare grondstoffen – een gedurfde koers. Hierdoor heeft RIGO een stevige basis en is de kennis binnen het bedrijf nooit verloren gegaan.’
Het landgoed krijgt een volledig duurzame bedrijfsvoering
Lijnolieverf
‘Het belangrijkste bestanddeel van verf is het bindmiddel’, legt Toon uit. ‘Deze zorgt ervoor dat de pigmentdeeltjes aan elkaar en aan de ondergrond hechten en vormt zo de beschermende laag voor de ondergrond. Het bindmiddel voor lijnolieverf bestaat uit olie die wordt geperst uit de zaden van de olievlasplant.’
Lijnolieverf was van de zestiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog de belangrijkste verfsoort. Met de opkomst van synthetisch vervaardigde verven, veelal op basis van aardolie, raakte het gebruik van lijnolieverf uit de gratie. Synthetisch verven bevatten, anders dan lijnolieverf, oplosmiddelen, wat de droogtijd aanzienlijk verkort. Natte verf op basis van lijnolie reageert met zuurstof uit de lucht en gaat zo over naar een vaste toestand. ‘Inmiddels is bij de huidige generatie lijnolieverven de zogenoemde droogtijd gelijk aan die van professionele synthetische SB aflakken. Daarnaast is het een sterke en elastische verf die, mits goed onderhouden, gemakkelijk tien jaar meegaat. De verf dringt door in de ondergrond en beschermt het houtwerk erg goed, met name de randen. De verf is ademend en sluit niet af. Niet dampdicht, wel waterdicht.’
Windkracht
In Noord-Holland wakkert de wind aan. Oliemolen De Zoeker in de Zaanse Schans wordt ‘op de wind gezet’. Het plan is dat hij samen met oliemolen De Bonte Hen de olie uit de vlaszaden gaat slaan. Ze moeten nog wel even wachten, eind september komt de vlasoogst pas van het land. Duurzamer kan haast niet: plantaardige grondstoffen voor een circulair product, geproduceerd met behulp van windkracht.
Vanaf de molenstelling kijken we rond in de wijde omgeving; nog geen blauw vlasbloempje te zien. Maar als het aan Toon ligt, duurt het niet lang meer of komen ook hier de velden er vol mee te staan…
Meer informatie over RIGO Verffabriek: www.rigoverffabriek.nl
Landgoed Bingerden
Landgoed Bingerden ligt aan de rivier de IJssel en is één van de oudst bewaard gebleven buitenplaatsen in Nederland. Het huis en het omringende park zijn al bijna driehonderdzestig jaar in het bezit van dezelfde familie. Al in 970 wordt Bingerden beschreven als een versterkte boerderij met een gracht ter bescherming tegen aanvallen vanaf de rivier. De naam is waarschijnlijk ontstaan uit een samenvoeging van ‘binnen de garden’.
In 1660 kocht een voorvader van Constance van Weede het landgoed. In 1791 gingen de tuinen op de schop en introduceerde de Duitse landschapsarchitect J.P. Posth (1763-1831) een tuin in Engelse landschapsstijl. De klassieke gracht om het huis werd omgetoverd tot een romantisch slingerende waterloop. In het omliggende landschap verrezen heuveltjes die met bomen werden beplant. Meer dan tweehonderd jaar later bestaat deze lommerrijke, natuurlijke oase nog steeds.
In de Tweede Wereldoorlog staken terugtrekkende Duitse troepen het huis in brand. Als door een wonder werden de oude taxushagen aan beide kanten van het huis gespaard. In 1958 werd de huidige, kleinere versie van het huis gebouwd.
Jaarlijks worden in juni de internationale Kwekerijdagen Bingerden georganiseerd. Kwekers en bezoekers kijken lang van tevoren uit naar deze jaarlijkse ontmoeting met andere bevlogen plantenexperts en plantenliefhebbers.
Kijk voor meer informatie op www.bingerden.com
Toekomstproof
Constance van Weede van Landgoed Bingerden stond enkele jaren geleden voor een grote uitdaging. Naast achterstallig onderhoud van het huis en de gebouwen, dreigden monumentale bomen door verdroging te sterven en de akkers en weilanden uitgeput te raken door intensieve landbouwmethoden. Hoe kreeg ze het landgoed weer toekomstproof? Samen met provincie Gelderland en diverse specialisten stelde Constance de toekomstvisie Duurzaam Landgoed Bingerden op. Aan de hand van drie pijlers (water, natuur & landbouw en gebouwen) zal toegewerkt worden naar een volledig duurzame en circulaire bedrijfsvoering die minimaal twee generaties vooruit kan. Constance: ‘De boeren op ons landgoed stappen geleidelijk over naar een minder intensieve bedrijfsvoering, gericht op lokaal geproduceerd, eerlijk voedsel. Ze gaan de veestapel stap voor stap afbouwen en over op koeienrassen die geschikt zijn voor extensieve veeteelt. Het verdrogingsprobleem vergt meer geduld. Dat is alleen op regionaal niveau oplosbaar en vereist een cultuuromslag; water langzaam in de bodem laten infiltreren, zodat het niet te snel wegvloeit, lukt alleen met een grootschalige gebiedsaanpak.’
Tekst | Didier van Det
Fotografie | Machiel van Westerhoven
Geplaatst in juli/augustus-editie 2019