21

Orvelter kleuren

Naarmate het voorjaarszonnetje krachtiger wordt, vullen de terrassen in het Drentse museumdorp Orvelte zich met toeristen. Aan een van de tafeltjes nemen Jermo Tappel en Don Rodenburg plaats. Voor hen vandaag geen glas wijn of Drentse Maallust, maar koffie, een stapeltje papieren én een kleurenwaaier met Orvelter kleuren.

Het is geen toeval dat beide heren juist op deze plek aan het werk zijn. Jermo Tappel is medewerker gebouwen bij Het Drentse Landschap. Hij beheert in Orvelte zo’n zesenzestig objecten, van boerderijen tot ‘zuddenschuurtjes’; kleine houten schuurtjes voor de turfopslag. Don Rodenburg is verftechnisch adviseur bij Herfst & Helder, een verffabrikant die al sinds 1875 hoogwaardige verven produceert. Hij maakt onder meer de verftechnische adviezen voor de schildersklussen in Orvelte. Sinds Het Drentse Landschap in 1999 het beheer van de gebouwen van Stichting Orvelte overnam, is een flinke inhaalslag gemaakt met het periodiek onderhoud.

Typische ligging

‘Bij de reconstructie van Orvelte, een van de bekendste esdorpen in Drenthe, is gekeken naar de situatie zoals die rond halverwege de negentiende eeuw was’, vertelt Jermo.‘De kadastrale kaart uit 1832 diende hierbij als richtlijn. De brink was het centrale punt. De acht oorspronkelijk overgebleven boerderijen zijn in de loop der jaren aangevuld met typisch Drentse boerderijen van elders. Ze zijn met uiterste precisie ontmanteld en in Orvelte opnieuw opgebouwd. Zo ook de Bruntingerhof, het uit de zeventiende eeuw stammende en grootste gebouw in het dorp.’

Opvallend is de plaatsing van de gebouwen ten opzichte van de weg. De hoofdingangen van de houten rietgekapte schuren liggen in het algemeen richting de weg, de voorgevels van de uit baksteen opgetrokken woonhuizen juist van de weg af. Jermo heeft hiervoor een logische verklaring: ‘Alle boeren hielden schapen. Iedere ochtend werden ze op de brink verzameld vanwaar ze onder begeleiding van een schaapherder de om het dorp liggende velden begraasden. ’s Avonds moesten de schapen zelf hun weg zien terug te vinden. En dan was het wel handig als ze zo de schaapskooi in konden lopen.’

Half- en hoogglans

Oplettende bezoekers met oog voor detail, zal het opvallen dat de achter- en voorhuizen met andere verven zijn geschilderd. De straatzijden, veelal schuren, tonen zich in bescheiden halfglanzen. Kozijnen en deuren van woonhuizen staan daarentegen te schitteren in hoogglansverf. ‘We hebben op basis van historische bronnen richtlijnen opgesteld om het dorp een meer uniforme uitstraling te geven’, licht Jermo toe. ‘Hierin is onder meer het kleurgebruik van de gebouwonderdelen vastgelegd.’

We zijn uitgegaan van de verweerde kleuren

 

Orvelter kleuren

Stichting Orvelte liet als toenmalige beheerder in de jaren negentig uitgebreid kleurenonderzoek doen naar de historische kleuren die rond 1832 in het dorp gebruikelijk waren. Herfst & Helder reconstrueerde deze kleuren in zijn laboratorium en nam ze opnieuw in productie. De ‘Orvelter kleurenwaaier’ kent kleuren als Orvelter licht-grijs, Orvelter rood en Orvelter groen, alle goed passend bij de ‘doe-maar-normaal’-mentaliteit van de bevolking. Het Orvelter groen heeft een blauwige zweem. ‘Dit groen werd vroeger verkregen door het samenvoegen van een blauw en geel pigment’, legt Don uit. ‘Onder invloed van ultraviolette straling verweert de kleur. Doordat het gele pigment zwakker is, zal het eerder en sterker verbleken. Het blauw krijgt dan de overhand. Bij het samenstellen van de kleurenwaaier is uitgegaan van de verweerde kleuren. Vandaar die blauwe zweem. Tegenwoordig wordt het groene pigment van Herfst & Helder synthetisch vervaardigd, waardoor er geen gele en blauwe pigmenten meer nodig zijn. De kleurvastheid is daarmee enorm verbeterd.’

Zorgvuldige opbouw

Bij het onderhoud van gebouwen is naast kleur ook het verfsysteem van belang. ‘Hiermee wordt de opbouw van de lagen bedoeld vanaf het blanke hout’, legt Don uit. ‘Voor ieder afzonderlijk bouwonderdeel bepalen we of het verfsysteem al dan niet vochtregulerend moet zijn en hoeveel lagen grondverf en aflak nodig zijn. Herfst & Helder ontwikkelde een grondverf met een hoge glansgraad waardoor de zogenoemde voorlaklaag kan vervallen. De aflaklaag kan nu in één keer ‘dik’ worden aangebracht, zoals vroeger ook gebeurde.’

In goed overleg kiezen Jermo en Don voor iedere raampartij, deur, wand of dorpel het aan te brengen verfsysteem, kleuren, glansgraad en vochtregulerend vermogen inbegrepen. Jermo streeft naar een onderhoudsfrequentie van één keer in de vijf à zes jaar. ‘Maar dat kan alleen omdat we met kwaliteitsverfsystemen werken.’

Orvelter groen heeft een blauwige zweem. Dit komt doordat de oorspronkelijke verven sneller verkleurden onder invloed van ultraviolette straling.

Museumdorp Orvelte

Orvelte is vermoedelijk ontstaan tussen de elfde en dertiende eeuw. De naam is een verbastering van het Drentse ‘Oer ’t veld’, wat ‘over het veld’ betekent. De omliggende hoger gelegen gronden werden gebruikt voor akkerbouw, lager gelegen gronden als hooiland. De uitgestrekte heidevelden boden voldoende graasgebied voor de soms wel tweeduizend schapen tellende kudde. Met de schapenmest hield men de es, de omliggende akkerlanden, vruchtbaar. De invoering van kunstmest, eind negentiende eeuw, betekende een grote verandering voor dorp en schaapskudde. De kudde verdween en door de voortgaande landbouwmechanisatie veranderde het landschap. In 1967 kreeg het dorp de status ‘Beschermd dorpsgezicht’. In de gebouwen vestigden zich ambachtelijke bedrijven, winkels en horeca. Jaarlijks zetten vele vrijwilligers zich in ter promotie van dit unieke Drentse museumdorp.


Tekst | Herenhuis
Fotografie | Otto Kalkhoven

Geplaatst in maart/april-editie 2014

Deel dit bericht